Eigenaren de afgelopen eeuwen:
A.Herdink
Uit de gegevens van het kadaster (sinds de oprichting van het kadaster) blijkt dat de molen eigendom is van de heer A. Herdink. De molen is tot 1971, toen de laatste (beroeps)molenaar J. Herdink overleed, in bezit gebleven van de familie Herdink. De toenmalige eigenaar, heelmeester A. Herdink werd rond 1826 molenaar en liet zijn zoon P.J. Herdink in 1909 de molen na. De laatste telg uit deze familie, J.J. Herdink maalde van 1954 tot 1971 op de molen. In een van de ramen van de molen vonden we de naam Herdink.
P. Mans.
18 december 1972 heeft de heer Peter Mans de molen gekocht. De laatste mannelijke Herdink, broer van de laatste molenaar, is, op zijn verzoek, gedaan aan de heer Mans, in de negentiger jaren vanuit de molen begraven na er een etmaal in opgebaard te hebben gestaan. De molen heeft toen zes weken in de rouw gestaan uit respect voor deze laatste mannelijke telg uit het geslacht Herdink die nog zo verknocht was met de molen.
De heer Mans had hem, toen rustend arts in Bloemendaal, al gauw na de aankoop van de molen leren kennen. Van hem werden de bovengenoemde kopie van de koopakte van 1811 en het origineel van de onderlinge koopakte van 1826 verkregen.
Ook vertelde hij over zijn verre voorvader die als kleine jongen in Wolphaartsdijk bezeten was van de molen. Zijn vader, ‘chirurgijn’ aldaar, vond het het beste dat de jongen molenaar zou worden en daarom kocht hij de molen van Kloetinge voor hem.
De molen was bewoond, maar hieraan kwam een eind begin 60-er jaren, toen het tegen de molen aangebouwde woonhuis werd gesloopt. Het op de begane grond nog aanwezige keldertje (thans onder de buil) diende als wijnkelder voor de familie en herinnert nog aan de woonfunctie.
Er zijn nog twee verschillende koopcontracten uit die tijd:
- een contract in het Nederlands van 1 januari 1827 en
- een contract in het Frans/Nederlands uit .
Aangetroffen namen in de Molen