Molenseinen – Molentaal
In de loop der eeuwen is de traditie ontstaan om met de molenwieken bepaalde boodschappen door te geven. Doordat er nog geen telefoon of telegraaf was, was het “praten” met de wiekstanden de enige mogelijkheid om snel een boodschap over te brengen. Ook werden de molenwieken gebruikt om aan te geven wanneer er in de molenaarsfamilie een droeve of heugelijke gebeurtenis heeft plaats gevonden.
Op dit moment zijn de volgende standen nog actueel:
De onderste wiek voor de romp (1) staat voor komen en vreugde, dit kan dus zowel geboorte als huwelijk zijn. Bij geboorte blijft de molen ongeveer een week in deze stand staan, bij huwelijk alleen de dag van de huwelijksvoltrekking. Als de molen in deze stand staat wordt hij soms ook nog versierd met vlaggetjes.
De onderste wiek voorbij de romp (2) staat voor over / voorbij, dit is dus vaak overlijden. De molen blijft vanaf het moment van overlijden tot aan de begrafenis in deze stand staan.
De kruisstand (diagonaal) is de ruststand (4). Dit komt voor als de molen voor een langere periode niet gebruikt wordt (bijvoorbeeld bij de wind-watermolen, op het moment dat er voor een langere periode geen regen verwacht wordt en de molen niet hoeft te malen). Toen de wieken nog niet van staal waren, werd dit gebruikt om doorhangen te voorkomen.












